Bij het ontwerpen of selecteren van een bewakingscamera voor zeer beperkte ruimtes, telt elke millimeter. De 6×6 mm mini AHD 1080P camera vertegenwoordigt een verfijnde balans tussen optiek, elektronica en mechanisch ontwerp. Hier bekijken we wat zo'n camera haalbaar maakt en welke afwegingen of ontwerpproblemen erbij komen kijken.
Sensorgrootte: De 1/4″ CMOS-sensor is een veelvoorkomend compromis tussen lichtgevoeligheid en minimale grootte.
Lensselectie: Het bereiken van een gezichtsveld van ongeveer 68° met minimale vervorming in een kleine lens vereist precisie multi-element optiek en zorgvuldige vervormingscontrole (minder dan 1%).
Diafragma & weinig licht: Kleine lenzen hebben moeite bij weinig licht — het optimaliseren van het diafragma en het ondersteunen ervan met de juiste beeldverwerking (witbalans, gain control) is essentieel.
Compacte behuizing: De hele assemblage, inclusief sensor, lens, PCB en connector, moet passen in een voetafdruk van 6×6 mm.
Thermisch ontwerp: Warmteafvoer is een punt van zorg. Hoewel het stroomverbruik laag is (~0,25 W), moet bij langdurig gebruik rekening worden gehouden met temperatuurregeling om beelddegradatie te voorkomen.
Structurele stijfheid: Ondanks de kleine afmetingen moet deze bestand zijn tegen trillingen, schokken en installatiespanning.
Coaxiale afscherming: Gezien de kleine signaallijnen is robuuste afscherming (voor AHD) cruciaal om interferentie en ruis te onderdrukken.
PCB-lay-out: Goede aarding, scheiding van analoge en digitale secties en het minimaliseren van spoorlengtes zijn op deze schaal belangrijker.
Stroomregeling: Stabiele DC 3,3 V voeding met minimale rimpel is essentieel om beeldartefacten te voorkomen.
Automatische witbalans en gain control helpen de beeldkwaliteit te behouden bij veranderende verlichting.
Ruisreductie (ruisonderdrukking, temporele filtering) is noodzakelijk, vooral bij weinig licht.
Vervormingscorrectie en kalibratie kunnen in de firmware worden ingebouwd om lensimperfecties tegen te gaan.
OEM/ODM flexibiliteit wordt vaak geboden: optionele lenzen (brandpuntsafstanden), aangepaste kabellengtes of interfaces, behuizingstypes en zelfs resolutie-upgrades (bijv. naar 4 MP) kunnen worden geregeld. Deze flexibiliteit is cruciaal bij het inbedden van deze camera in diverse eindproducten of -systemen.
Technici die deze camera's inzetten, moeten plannen voor oriëntatie, montagemethode, bedradingsrouting en omgevingscondities (temperatuur, stof, vocht). Het succes van de implementatie hangt vaak net zozeer af van installatiedetails als van de ruwe specificaties van de camera.
Bij het ontwerpen of selecteren van een bewakingscamera voor zeer beperkte ruimtes, telt elke millimeter. De 6×6 mm mini AHD 1080P camera vertegenwoordigt een verfijnde balans tussen optiek, elektronica en mechanisch ontwerp. Hier bekijken we wat zo'n camera haalbaar maakt en welke afwegingen of ontwerpproblemen erbij komen kijken.
Sensorgrootte: De 1/4″ CMOS-sensor is een veelvoorkomend compromis tussen lichtgevoeligheid en minimale grootte.
Lensselectie: Het bereiken van een gezichtsveld van ongeveer 68° met minimale vervorming in een kleine lens vereist precisie multi-element optiek en zorgvuldige vervormingscontrole (minder dan 1%).
Diafragma & weinig licht: Kleine lenzen hebben moeite bij weinig licht — het optimaliseren van het diafragma en het ondersteunen ervan met de juiste beeldverwerking (witbalans, gain control) is essentieel.
Compacte behuizing: De hele assemblage, inclusief sensor, lens, PCB en connector, moet passen in een voetafdruk van 6×6 mm.
Thermisch ontwerp: Warmteafvoer is een punt van zorg. Hoewel het stroomverbruik laag is (~0,25 W), moet bij langdurig gebruik rekening worden gehouden met temperatuurregeling om beelddegradatie te voorkomen.
Structurele stijfheid: Ondanks de kleine afmetingen moet deze bestand zijn tegen trillingen, schokken en installatiespanning.
Coaxiale afscherming: Gezien de kleine signaallijnen is robuuste afscherming (voor AHD) cruciaal om interferentie en ruis te onderdrukken.
PCB-lay-out: Goede aarding, scheiding van analoge en digitale secties en het minimaliseren van spoorlengtes zijn op deze schaal belangrijker.
Stroomregeling: Stabiele DC 3,3 V voeding met minimale rimpel is essentieel om beeldartefacten te voorkomen.
Automatische witbalans en gain control helpen de beeldkwaliteit te behouden bij veranderende verlichting.
Ruisreductie (ruisonderdrukking, temporele filtering) is noodzakelijk, vooral bij weinig licht.
Vervormingscorrectie en kalibratie kunnen in de firmware worden ingebouwd om lensimperfecties tegen te gaan.
OEM/ODM flexibiliteit wordt vaak geboden: optionele lenzen (brandpuntsafstanden), aangepaste kabellengtes of interfaces, behuizingstypes en zelfs resolutie-upgrades (bijv. naar 4 MP) kunnen worden geregeld. Deze flexibiliteit is cruciaal bij het inbedden van deze camera in diverse eindproducten of -systemen.
Technici die deze camera's inzetten, moeten plannen voor oriëntatie, montagemethode, bedradingsrouting en omgevingscondities (temperatuur, stof, vocht). Het succes van de implementatie hangt vaak net zozeer af van installatiedetails als van de ruwe specificaties van de camera.